Op zondag 6 juni werd ik bevestigd als pionier-predikant verbonden aan het Huis voor de Ziel. Het was een dienst van overgave en toewijding. Wij kunnen nog zo veel plannen en ideeën hebben. Maar uiteindelijk gaat het om wat God, door zijn Geest, doet. Hoe Hij mensen in relatie brengt met Jezus Christus. Hoe Hij een nieuwe gemeenschap vormt in de Jordaan. En misschien is dat wel het aller moeilijkst van pionieren: de overgave, het loslaten. Wij hebben graag de touwtjes in handen, formuleren onze doelen SMART, werken resultaatgericht. Maar wat zou er gebeuren als niet wij, maar God bezig gaat? Misschien bekruipt ons wel de angst: ‘Dan gebeurt er niets…’ Praktisch atheïsme wordt dat wel genoemd: met de mond belijden dat alles van God afhangt, maar in de praktijk bezig zijn alsof alles van ons afhangt.
Na de zondag kwam de maandag. Een week vol vergaderingen, ontmoetingen, voorbereiding van activiteiten en kringen. En te midden van al dat gedoe, twee momenten die ik met jullie wil delen en die me weer terugbrachten naar de dienst van die zondag. Twee momenten waarin het gebed centraal stond.
Allereerst het Leerhuis van de Noorder. Een groep trouwe gemeenteleden. Vanwege het studieverlof van mijn collega werd ik gevraagd om deze te leiden. Het moest – toeval of niet – gaan over het gebed. We lazen onder andere het ‘Onze Vader’. Eén van de deelnemers zei: ‘Ik vind het bijzonder om ‘onze’ te bidden. Want elke keer dat ik dat uitspreek, besef ik: ik bid dit niet alleen voor mezelf, maar ook voor alle mensen om mij heen én ook voor deze stad. Het gebed wordt wel eens een beschermende muur genoemd. Rond deze stad en onze samenleving is die muur langzamerhand afgebrokkeld, met alle gevolgen van dien. Als de stad niet meer bidt, is het onze roeping om namens en voor de stad te bidden.’ Wat een prachtig inzicht! Dit heeft de stad nodig. Hier begint het. Mensen die bidden. En niet alleen voor zichzelf. Mensen die hun roeping als priesters serieus nemen. Zoals de priesters in Israël, namens het volk, de eredienst gaande hielden. Zo is onze eerste roeping priesters te zijn voor Amsterdam.
En toen kwam de vrijdag. Mijn eerste kapeldienst. Ik was benieuwd: hoe veel mensen zouden er komen? Hoe zal ik ze aanspreken? Welke vragen zouden ze hebben? Zouden we elkaar van hart tot hart spreken? Hiervoor was ik naar Amsterdam gekomen: om met mensen te connecten! De verwachtingen waren hoog gespannen… maar er kwam niemand. Ja, vier verdwaalde toeristen, die snel een blik om de hoek wierpen en snel weer verder gingen… Niemand. De kapel bleef leeg. Wel was daar dat schitterende kruis. En dat veelkleurige knielbankje. Ik ben maar geknield en heb gebeden. Gebeden voor Amsterdam. Gebeden voor de mensen die ik die ochtend niet ontmoette. Gebeden om overgave. Gebeden om hierin te groeien: loslaten en God aan het werk laten.
Knipoog van Grietje
Dus vrijdag was niemand om naar te knipogen Dick maar ik denk dat onze Vader beide ogen liefdevol dicht kneep naar jou. ?Houd vol, houd vol?(KK)
Hey Dick, wat een mooie uitdaging! Wij zijn heel benieuwd naar alles.
Lieve groet ,
Kees en Jannie