Vincent evangelist-schilder

Zie ook: Wessels, A., Het evangelie volgens Vincent van Gogh (2005/2015) Uitgeverij Ten Have, Utrecht

Vincent, de evangelist-schilder

Tijdens zijn verbleef in Amsterdam van mei 1877 tot juli 1878, probeerde Vincent zich ter vergeefs voor te bereiden op een theologie-studie, waarbij hij werd onderwezen door een oom, een dominee van de Nederlands Hervormde Kerk.

Zondag in Amsterdam betekende voor hem fanatieke kerkgang, een routine die hij zichzelf had opgelegd, beginnend met de vroegdienst in de Noorderkerk. Ook gaf hij bijbel lessen aan straat jongeren in de Zionskapel in de Bandesteeg, wat nu het Shelter jeugdhostel is.

Vanwege het mislukken van zijn studies, vertrok hij naar een arm mijnbouw district in België als lekenpredikant. Met hetzelfde fanatisme was hij betrokken bij het leven van de armen, gaf hij al zijn bezit weg en ging zelfs de mijnen in. Maar zijn inspanningen werden door zowel de lokale bevolking als door de zendingsorganisatie waar hij voor werkte, afgewezen.

In 1880, op 27-jarige leeftijd, besloot hij kunstenaar te worden. Door nog meer mislukkingen (onder andere een noodlottige poging om een prostituee en haar kind te helpen) werd hij gedwongen om terug naar zijn ouders in Nuenen, bij Eindhoven te verhuizen. Daar maakte hij meer dan 500 werken in aardse tonen of potlood, meestal van boeren taferelen.

Sommige menen dat Vincent van Goghs teleurstellingen met de kerk tot een breuk met het institutionele Christendom hadden geleid en hem ertoe brachten het goddelijke in de natuur te zoeken.

Maar volgens Anton Wessels is Vincent evangelist gebleven ook nadat hij zijn roeping als schilder gevolgd had. In Het evangelie volgens Vincent van Gogh (2009/2015) schreeft Wessels: ‘De kritiek op instituten betekent voor hem nog geen breuk met geloof! “De godsdiensten mogen dan verdwijnen, maar God blijft’ (vgl. Matteüs 24:35), spreekt hij Victor Hugo na.”’

Twee boeken die een levenslange invloed hadden op van Gogh waren De Christenreis naar de Eeuwigheid, door John Bunyan en De navolging van Christus, door Thomas a Kempis. Van Gogh werd gefascineerd en geïnspireerd door de authentieke en radicale spiritualiteit van Thomas a Kempis. Naar Theo schreeft hij: ‘Ben ook bezig met het kopiëren van L’imitation de Jésus Christ uit een Franse editie; dat boek is subliem, en hij die het schreef moet een man naar Gods hart zijn geweest; had een paar dagen geleden zo’n onweerstaanbaar verlangen naar dat boek.’

Over het schilderij Treurende oude man (aan de rand van de eeuwigheid) dat hij in 1890 maakte van een oude man die bij een open haard zit, schreef hij: Een van de sterkste bewijsstukken voor het bestaan… van een God en een eeuwigheid is de onuitsprekelijk ontroerende kwaliteit in de uitdrukking van een oude man… die kan niet voor de wormen bedoeld zijn…’

Uiteindelijk koos Vincent voor de kunst, maar zijn passie voor Jezus en de christelijke boodschap bleven een constante in zijn bewogen leven. Christus bleef voor hem de grootste kunstenaar.

Related Posts

Leave a Reply