God zij dank gaf God de optie van voorbede! Ook al moet ik het mijne doen, ik hoef anderen niet te redden. Ik mag de hele zaak, al die mensen met hun wel en wee, die aan mijn zorg zijn toevertrouwd, doorschuiven naar Hem: ‘Hier hebt u ze, weest U onze herder…!’ Als ik die escape niet had, zou ik er eerlijk gezegd geen heil in zien om dominee te zijn.
Voorbede behoedt voor een messias-complex, omdat het uiteindelijk niet jouw zorg is hoe het anderen vergaat. Tegelijk voorkomt het de huurling-mentaliteit van ‘laat maar lopen’, juist omdat het gaat om Zijn zaak. Dankzij de voorbede kan ik ontspannen én ingespannen gelijk gaan voor ieders ‘ziel en zaligheid’. Voorbede is opgave en gave in één!
De apostel Paulus maakte er dagwerk van. Hij schreef dat de zorg voor alle gemeenten hem elke dag overviel en dat hij die kon dragen door voor hen te danken en te bidden. Dat had hij van geen vreemde: Jezus zelf deed niet anders. Al Zijn inzet onder de mensen, werd gedragen door het gebed voor die mensen. Voorbede is dus geen extraatje, maar basis van alles wat je in Gods koninkrijk doet. Toegegeven, het kost de nodige moeite om het vol te houden, zin of geen zin. Maar het schiet niet op als dit erbij inschiet. Dan spannen we het paard achter de wagen en moeten we zelf de kar trekken. Mooi trouwens dat we via Jezus’ eigen gebed (Joh. 17) op de nodige goede ideeën worden gebracht.
Voorbede belooft wat! Hoevelen zijn er al niet door gewonnen en gered? Geregeld hoor ik het van mensen die na korter of langer dwalen terugkeren. Vaak blijkt dan bij doorvragen dat een opa of oma, vader of moeder, broer of zus voor hen hebben dóórgebeden. Ook al leek dat soms een ‘gebed zonder end’. Zelfs als de ander niet zichtbaar terugkeert, is voorbede geen slag in de lucht. In de protestantse traditie zijn wij in verzet tegen al te roomse fratsen van de weeromstuit deze belofte te veel kwijt geraakt. Kort en krachtig wordt die echter door Jezus zelf in Lukas 11:6-9 via een klein verhaaltje aangereikt. Middenin de nacht – op het meest onmogelijke moment dus! – klopt iemand aan bij een vriend om drie broden voor een andere vriend – maar voor die eerste vriend een volslagen vreemde! – die onverwacht bij hem op de stoep stond. Zulk soort vrijpostigheid wordt royaal beloond, verzekert Jezus. Mij dunkt, dat belooft wat, juist in deze onmogelijke tijd met totaal van God vervreemde mensen.
Voorbede is iets voor iedereen. Je hoeft er niet eens de deur voor uit. Een kleine investering is het met verzekerd rendement! Het is in ieder geval ondenkbaar dat het de hemel koud en onberoerd zou laten. Zelfs al lijkt God soms te slapen, zowaar Jezus ooit opstond, blijft Hij opduiken, links en rechts om te geven waar je om vroeg: een teken van Zijn leven, twijfel aan hun ongeloof, iets dat nieuwsgierigheid wekt of te denken geeft. Zeg maar het beste wat Hij voor zo één bedenken kan!
Goed beschouwd is het niks nieuws. Gewoon een open deur!
Paul Visser
Photo by Jan Tinneberg on Unsplash