De afgelopen weken hebben we gekeken naar het vijfde onderdeel van de vrucht van de Geest: vriendelijkheid. We hebben gezien dat er in het Grieks in Galaten 5:22 chrestotes staat, wat vaak wordt vertaald met ‘goedertierenheid’ (SV, HSV) of ‘goedheid’ (NBV). We hebben ook gezien dat de chrestotes van God betekent dat Hij niet over ons oordeelt, al hebben we het wel verdiend. Dat zegt veel over de chrestotes, de vriendelijkheid, die Hij in ons wil ontwikkelen. Het gaat dus niet om aardig zijn voor mensen in het algemeen – het gaat erom vriendelijk en goed te zijn tegen mensen die het absoluut niet verdienen. Dat doen we omdat God ook zo is voor ons, en wij verdienen het ook niet. Het is heel moeilijk vriendelijk te zijn tegen “nare mensen”, mensen die jou misschien keer op keer kwetsen, misschien wel opzettelijk, en daarom is het ook iets waarvoor we de Geest nodig hebben.
God biedt ons wel hulpmiddelen aan. Dat vinden we in 1 Petrus 2:1-3. Lees deze tekst eens rustig door. Wat lezen we in vers 3? Dat de Heere ………………………… is. Wat moeten we daarom afleggen? (Vers 1)
Verder moeten we verlangen naar de ……………………………………….van het Woord, want daardoor zullen we ………………………………………………………….. (Vers 2).
Hier is een belangrijk advies van de Heer. Omdat God goedertieren/goed voor ons is, moeten we ernaar verlangen zijn Woord te lezen en te groeien! Dat is waar we mee bezig zijn. Dat is één van de manieren waardoor Zijn Geest in ons kan werken.
Uit onszelf kunnen we het niet. Lees maar in Titus 3:3-7. Hoe waren we uit onszelf?
(Vers 3)
Hoe zijn we veranderd? Doordat de …………………………………….. van God aan ons verschenen is (Vers 4).
Hoe zijn we zalig gemaakt/gered? (Vers 5) Niet door…………………………………………
Maar door ……………………………………………………………………………………………..
In vers 6 staat dat God ……………………………………….. over ons uitgegoten heeft door ………………………………………… die onze …………………………………… is.
We hebben dus niets aan onszelf te danken, het is allemaal goedertierenheid/goedheid/chrestotes en barmhartigheid van God.
Nu we zo zijn, moeten we ook aan de buitenwereld laten zien dat we God volgen en Hem dienen. Dit vinden we in 2 Korinthe 6:1-10. Paulus schrijft hier hoe het voor hem en zijn medearbeiders is. Hoe laten ze zien dat ze dienaars van God zijn? In welke omstandigheden? (Vers 4-5)
Met welk gedrag? (Vers 6)
Welke onderdelen van de vrucht van de Geest vind je hier genoemd?
Ook hier staat chrestotes. Het is dus ook een houding in heel moeilijke tijden.
Nog een laatste advies van Paulus, in Efeze 4:31,32. Hoe moeten we zijn ten opzichte van elkaar?
Leer deze week deze tekst uit je hoofd: Efeze 4:32:
Bid elke dag: Jezus, Uw vriendelijkheid in mij.
Veel zegen!