Onlangs verscheen van mijn hand onderstaande column in de glossy Holy! uitgegeven vanwege het 100-jarig bestaan van de ‘Bond tegen Vloeken’.
In Godsnaam! Je hoort het mensen geregeld zeggen. Als hen iets hoog zit en ze hun woorden kracht bij willen zetten. God – wie dat ook zijn mag – wordt daarmee voor eigen kar gespannen. Verbonden met onze belangen. Geplakt op onze zaakjes. Soms combineert het, wat wij voorstaan en wat Hem hoog zit. Niet zelden vloekt het echter met elkaar. Erger dan de grootste ‘knoop’. Over vloeken gesproken…
In Godsnaam! Ook gelovigen hebben er soms een handje van om dat al te snel en makkelijk te roepen. Om daarmee aan hun privé-mening of vertrouwde opvatting goddelijk autoriteit te geven. Dat blijft linke soep. Het kan zomaar onbewust en onbedoeld iets worden van ‘vloeken in de kerk’. Misschien wel het ergste vloeken dat er bestaat…
In Godsnaam! Enig idee wat de Levende zelf graag zou zien, wat er met en in Zijn naam gebeurt? Om te beginnen moet je dan natuurlijk wel even weten hoe die luidt. Want het woord ‘god’ zegt niks, daar zijn er rijen van. Ooit werd het door Mozes op een cruciaal moment gevraagd (wie er meer van weten wil leze in de bijbel Exodus 3): Hoe luidt Uw naam? Kort en krachtig klonk het toen: JHWH. In de regel wordt het vertaald met HEER, maar dat is eigenlijk een regelrechte blamage. Het zet God neer als de bekende grote sterke (en inmiddels oude) man, die vanuit de hoogte op je neerziet en gebiedt. Een God die je liever ziet gaan dan komen, tenzij Hij in je kraam te pas komt. Letterlijk vertaald betekent de naam echter: IK BEN DIE IK BEN of wat vrijer IK BEN ERBIJ OOK ALS JIJ HET NIET VERWACHT. Een naam die een en al betrouwbaarheid en nabijheid uitstraalt. Later deed God het met een hele reeks woorden verder uit de doeken: barmhartig, genadig, geduldig, groot van goedheid en trouw, die zonde, ongerechtigheid en overtreding vergeeft en – maar dat is het laatste wat Hij wil – die de schuldige niet voor onschuldig houdt. Zo wil Hij onder ons zijn. Er is maar één manier om die naam hoog te houden: door God daar in vertrouwen op aan te spreken. Je wordt er een ander mens van. In Gods naam leer je denken en doen als Hij. Zo kom je het vloeken voorbij…
Paul Visser