Deze maand beginnen we met de vrucht van de Geest. In het Grieks staat hier niet vruchten (meervoud), maar vrucht (enkelvoud). Waarom is dat, denk je?
…………………………………………………………………………………………………………
Het eerste onderdeel van de vrucht die genoemd wordt is liefde.
In het Grieks bestaan drie woorden voor liefde. Het eerste woord is eros. Ons woord erotiek is er vanaf geleid. Wat voor soort liefde is dat, denk je?…………………..
Het tweede woord voor liefde is filea. Dat betekent iemand graag mogen, liefhebben, houden van. Dit woord komen we regelmatig in het Nieuwe Testament tegen. Je kent het ook in het Nederlands in woorden die op –fiel eindigen, zoals heterofiel (liefde voor het andere geslacht). Dit woord, en afgeleiden daarvan, komen we in het Nieuwe Testament regelmatig tegen. Bijvoorbeeld in Mattheus 10:37 of in Titus 3:15. Hoe wordt het in jouw vertaling vertaald? ……………………………….
Het derde woord is agapè. Lees Johannes 3:16. Hier staat het woord agapè.
En Mattheus 22:37-40. Ook hier staat agapè.
Wat voor soort liefde zou agapè zijn?
………………………………………………………………………………………………………..
Lees Romeinen 5:1-11. In deze tekst wordt twee keer over de liefde van God gesproken. Ook hier staat agapè. Op welke twee manieren toont God ons Zijn liefde?
…………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………
De Geest wil ons laten groeien in dit soort liefde, agapè: dit is het Griekse woord voor liefde dat we vinden in Galaten 5:22. Dit woord wordt voor liefde tussen mensen gebruikt, maar ook vaak voor de liefde van God. Het wordt heel veel in het Nieuwe Testament gebruikt. Het is een liefde die niet afhankelijk is van wat de ander al dan niet voor jou voelt, en die zich vooral uit in een liefdevolle manier van doen en laten.
Wat zijn de eigenschappen van agapè? Dat kunnen we vinden in de beroemde tekst van 1 Korinthe 13:1-13. Ook hier wordt steeds het woord agapè gebruikt. Wat schrijft Paulus hier over wat liefde wel en niet is/doet?
Wat liefde is/doet: …………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………
Wat liefde niet is/doet: ………………………………………………………………………….
…………………………………………………………………………………………………………
Wat kun je van wat liefde (agapè) is/doet makkelijk in praktijk brengen?
………………………………………………………………………………………………………….
Waar heb je moeite mee?
………………………………………………………………………………………………………….
Volgende week gaan we dieper op al deze eigenschappen van liefde in.
Leer deze week deze Bijbeltekst uit je hoofd: Romeinen 5:5: ………………………
……………………………………………………………………………………………………..
Bid elke dag: Jezus, Uw liefde in mij.
Lees deze maand hoofdstuk 2 uit Vrucht van de Geest (duurt ongeveer 10 min.), probeer de praktische handreikingen toe te passen en beantwoord de verwerkingsvragen (die komen terug op de kringavond).
Kijk wat er met je gebeurt nu je heel bewust hiermee bezig bent. Merk je op welke momenten je liefde tekort komt? Hoe moet je liefhebben terwijl je eigenlijk moeite met hem of haar hebt? Schrijf wat je zou willen delen met je kring op onder “notities” in het hoofdstuk over liefde van het boekje van Jos Douma.
Veel zegen!