Vijftien mensen in een kring, in het midden brandt de paaskaars. We zijn bij elkaar gekomen om te experimenteren met gebed. Diverse vormen zullen voorbij komen. Je mag aan alles meedoen. Maar niets moet. ‘En’, zo waarschuw ik: ‘het kan ook gebeuren dat iets zo raar aanvoelt dat we met elkaar in de lach schieten. Geen probleem! We zitten ten slotte in een try-out.’ Er verschijnt een glimlach om de monden, het ijs is gebroken en we kunnen beginnen. Diverse vormen van meditatie, liederen, gebeden van anderen, (schrijf)opdrachten, gezamenlijk én individueel zullen tijdens deze vier avonden voorbij komen. Ik ben benieuwd.
Spannend vind ik het wel. Bidden als Try-out, kan dat eigenlijk wel? Alsof je in een kledingwinkel diverse outfits past, of meedoet aan een proeverij, of iets “gratis op proef in huis” bestelt. Is gebed aan de ene kant niet te heilig om mee te experimenteren? Maar aan de andere kant, waarom ook niet? De discipelen vragen Jezus ook om hen te leren bidden. En hoe kun je beter leren dan door te oefenen. Ik heb ook wel eens een schaterlach moeten bedwingen bij het horen van een kindergebed. En als het spreekwoord waar is, dat je nooit te oud bent om te leren, laten we elkaar dan ook dit kinderlijk genoegen gunnen om simpelweg wat te spelen met diverse vormen van geloof. Om zo spelenderwijs met God, als met een vader, om te gaan!
Ik kijk de kring rond. Het is een diverse groep mensen. De één zet een eerste stap in geloof. De ander hoopt zijn repertoire te kunnen vergroten. Een derde verlangt naar stilte en gebed als luisteren. En terwijl we bezig zijn, zie ik het gebeuren: verstilling bij de één, ontroering bij de ander. Iemand zegt: ‘Dit is heilige grond.’ En ik kijk naar de kaars in het midden: ‘Wat heerlijk dat er Eén is, die ook deze oefening draagt!’
Deze blog verscheen als column in de juli-editie van ‘Kerk in Mokum’