Sta eens even stil bij kerst. Dat is de slogan waarmee de Protestantse Kerk van Amsterdam dit jaar de kersttijd inluidt. Op het eerste gehoor lijkt dat een wat overbodige aansporing. Want van alle kanten worden we gebombardeerd om er met kerst een feestje van te maken. Onmogelijk dus om er niet bij stil te staan. Intussen kan al dat reclamegeweld om er iets ‘leuks en lekkers’ van te maken en er ‘op en top’ uit te zien, zomaar leiden tot de zoveelste stressfactor in ons vaak al o zo jachtige bestaan. Het is niet denkbeeldig dat je straks uitgeput de kerstdagen inrolt. Moet je ook nog je beste humeur meebrengen en je vrolijkste gezicht opzetten. Zucht! Om maar te zwijgen van het feit dat je vader en/of moeder (als je die nog hebt) met kerst eveneens de nodige aandacht verwachten. Zie het allemaal maar rond te breien. Voor menigeen een organisatie van jewelste. Het is meer hollen dan stilstaan. Stil staan bij kerst is dan wel zo’n beetje het laatste waar je aan toekomt en meestal dus niet. Zo gezien is de slogan van de kerk niet uit de lucht gegrepen, maar regelrecht uit het leven.
Intussen kan zo’n slagzin al gauw wat ‘moeterig’ en drammerig worden. Dát óók nog, denk je dan. Nou, wees gerust. In de talloze kerstnachtdiensten, die in onze stad massaal worden bezocht, zullen voorgangers zich op allerlei wijze inspannen om je een handje te helpen. Zich uitputten om je in het licht van het geboren Kerstkind een inspirerende kerstgedachte aan te reiken, om bij stil te staan en in je zak te steken. Als één van hen schaar ik mij dan ook vrijmoedig bij alle andere reclamemakers en zeg met de woorden van een bekend kerstlied: Kom, verwonder u hier mensen, zie hoe dat uw God u mint… Tegelijk maak ik van de gelegenheid gebruik om kort en krachtig te verhalen dat het dáár oorspronkelijk met kerst over ging: dat je vanuit de Hoge wordt bemind!
Dat klinkt nogal vroom. Heb je de dominee weer! Maar kijk om je heen: in deze tijd van tegenstellingen lijdt het ‘je gezien, gekend en geliefd weten’ een kwijnend bestaan. Via sociale media zetten mensen elkaar gemakkelijker weg als tegenstander die niet deugt dan als medeburger die respect verdient. Identiteit betekent vaak vooral: ik ben anders dan jij. Intussen zijn mensen verslingerd aan Facebook en Instagram vanwege de bevestiging die ze daar krijgen. We kunnen blijkbaar niet zonder. Op een filmpje van de Protestantse Kerk kijken Amsterdammers op de Dam verbaasd en vrolijk naar hun mobieltje als hen daar plotsklaps via engelenstem liefde wordt toegezongen. Kijk maar eens op www.kerst020.nl
De bekende rooms-katholieke priester Henri Nouwen, die na lang aarzelen werd overgehaald het evangelie te ontvouwen voor seculiere tijdgenoten, kon niks anders en beters bedenken dan dit ene zinnetje: je bent geliefd. Het is méér dan een aardige gedachte om vluchtig op de koop toe te nemen als kers op de taart of om zonder omhaal van de hand te wijzen omdat je daar niets voor koopt. Het is niet minder dan de eerste en basis van de vier identity-markers die ons leven bepalen: wie je bent, wat je doet, wat je hebt en wat anderen over je zeggen. Je bent geliefd: daar ben je voor gemaakt, dat maakt je tot méér mens. Zonder dat loop je grote kans overruled te worden door die andere drie. Geliefd zijn, wie kan dat niet gebruiken? Alle reden dus om deze gegeven realiteit bij tijd en wijle wat dieper tot je door te laten dringen. Het mooie is dat er op zulke momenten niks moet. Want geliefd worden is pure passiviteit, die enkel goed doet. Ont-stresst ook. Zo is het al tussen mensen. Laat staan als het om liefde van de Eeuwige gaat.
Best eng om je aan dit ongezochte ‘geliefd zijn’ over te geven. Eén ding is zeker: hoe meer je het toelaat, des te minder hoef je constant het verschil te maken. Je bent al iemand. Dat scheelt veel stress. Kortom, de slogan van de kerk is zo gek nog niet.
Paul Visser
Deze column verscheen op 23 december 2017 in Het Parool.