Wennen aan de vrijheid
Tekstgedeelte: Gal. 5:1-15
Sta vast in de vrijheid, waarmee Christus ons vrijgemaakt heeft, en laat u niet weer met een juk van slavernij belasten.
Soms gebeurt het wel eens, dat een gevangene zo lang heeft vastgezeten, dat hij de vrijheid niet aan kan. Het gevangenissysteem is hem vertrouwd, daarbuiten weet hij zich niet goed raad. Het liefste wil hij zo gauw mogelijk weer ‘zitten’.
De christenen in Galatië kunnen ook moeilijk met hun vrijheid uit de voeten. Het geloof in Christus verloste hen van het systeem ‘dat het zomaar niet gaat’, maar aan een aantal wetten en rituelen moest voldoen, wilde je bij God in de gratie komen. Zij zijn daar vanuit hun achtergrond zo mee vertrouwd, dat ze steeds weer geneigd zijn terug te keren tot dat oude regime. Zonde!
Sta vast in de vrijheid, roept Paulus hen toe. Adem de frisse lucht van de genade in en leef als een verloste, een vrijgekochte des Heren! Ook wij voelen ons daar van nature nogal eens ongemakkelijk bij. Zeker als we minder ‘vroom’ blijken te zijn dan we zouden willen. Bang er dan te licht over te denken. Als vanzelf maken wij dan een terugtrekkende beweging.
Dit gevoelen is niet uit Hem, Die u roept (vs. 8). Laat u niet van de wijs brengen, hoe vroom en ernstig het ook lijkt. Ware vroomheid maakt ernst met wat er leeft in Gods hart en met wat Hij in Christus deed: heel ons bestaan, met alle rafelranden en tekorten, kwam in Hem ten einde. Vrij zijn wij van alle slavernij, van elke wet en regel die eist en veroordeelt en ons er weer onder wil krijgen. Sta vast in de vrijheid! Keer niet terug naar het gevang wat je achter liet! Laat je niet opnieuw ketenen wat er ‘moet’! Nee, niet om er vervolgens een potje van te maken. Maar eindelijk toe te komen aan wat er vroeger bij inschoot: onvoorwaardelijk lief te hebben… net als Hij!
Als nooit te voren doen we de wet,
niet langer als een bange slaaf,
maar als een blij kind…
Paul Visser