Vorige week hebben we gekeken naar de vreugde van God en Jezus. Nu gaan we kijken naar wat ons mensen vreugde geeft. Lees Lukas 10:1-11 en 17-20. Wat gingen de zeventig doen?
Waarom keerden ze zo blij terug?
Wat zegt Jezus over deze blijdschap?
Wat betekent dat, dat je naam is opgetekend in de hemel? Lees daarvoor Openbaring 20:11-15.
Wat gebeurt er als je naam niet opgetekend staat?
Hoe kun je gered worden? We weten dat Jezus ons heil bewerkt heeft door voor ons te lijden en te sterven. Maar dit weten is niet genoeg. Lees Romeinen 10:9-10. Hier staat dat je met … moet belijden en met … geloven. Dan zul je …
In het Grieks staat hier het werkwoord sooizoo, redden. Gered worden is zalig worden, het eeuwige leven bij God krijgen. Geloof je in je hart dat God Jezus uit de dood heeft opgewekt? Zeg dan hardop: “Jezus is Heer!”
Dit is de oudste christelijke geloofsbelijdenis. We vinden het bijvoorbeeld terug in Filippenzen 2:11. Wat staat daar?
De Filippenzenbrief wordt wel de “brief van de blijdschap” genoemd omdat Paulus hierin veertien keer schrijft dat hij blij is. Maar waarvandaan schrijft Paulus deze brief? Dat vind je in Filippenzen 1:3-7
Waarom is Paulus blij in vers 3 tot en met 5?
En in vers 12-18?
Het meest beroemde vers is Filippenzen 4:4. Wat staat hier?
Wel bijzonder als je bedenkt vanuit welke omstandigheden Paulus dit schrijft. Hangt blijdschap dus van omstandigheden af?
Waar hangt het, denk je, wel vanaf?
Zo zien we dat net als liefde, agapè, ook echte vreugde iets is dat alleen God ons kan geven, en door Zijn Geest in ons kan laten groeien.
De volgende maand gaan we kijken hoe dat met vrede is.
Leer deze week deze Bijbeltekst uit je hoofd: Filippenzen 4:4.
Bid elke dag: Jezus, Uw vreugde in mij.
Veel zegen!