Voor de Nieuwe Koers, die deze week verscheen, schreef ik de onderstaande column
Eerlijk gezegd kende ik de tekst niet: Ik zal echter tot Pinksteren in Efeze blijven, want daar is voor mij een grote en krachtige deur geopend, en er zijn veel tegenstanders (1 Kor. 16:8,9). Onlangs echter kwam die via een dagboek voorbij en bleef haken in mijn hoofd, mijn hart. De woorden gaven te denken. Vooral die aparte combinatie: dat er een grote en krachtige deur geopend was temidden van veel tegenstanders. Door die laatsten ben ik in de context waarin ik leef omgeven. Wat dat betreft doet Amsterdam niet onder voor Efeze. Voor de Opgestane bleek dat destijds echter geen probleem te zijn. Sinds Pasen loopt Hij niet stuk op dichte deuren, maar komt binnen terwijl de deuren gesloten zijn volgens het evangelie. Hij weet keer op keer een gesloten werkelijkheid te doorbreken en geeft uitgerekend daar tot ieders verbazing een open deur. Gelet op de belofte dat de Levende vandaag dezelfde is als gisteren, gaf het niet alleen te denken maar ook te bidden. Om dat Paaswonder van toen en daar in de weerbarstige realiteit van hier en nu. Trouwens wat kun je anders?
Tot mijn stomme verwondering gebeurde het. Op de zondag van de Week van het Gebed. Op de avond van die eerste dag verscheen er een app op mijn mobiel. Van Wietze, de dj van Q-Music, die afgelopen Pasen in onze gemeente belijdenis deed. Hij vroeg of ik de volgende ochtend in het populaire seculiere muziekprogramma, dat hij samen met zijn niet-kerkelijke collega Mattie met veel verve en de nodige kwinkslagen verzorgt, iets wilde vertellen over het waarom van de Week van Gebed. Als klap op de vuurpijl, voegde hij eraan toe of ik dat wilde afsluiten met een kort gebed. Ik mocht tegen dat laatste ook nee-zeggen als ik het niet passend vond. Het was voor mij geen vraag. Het was een antwoord. Boven bidden en denken. Hier werd middenin een ‘onmogelijke’ wereld een ‘grote en krachtige deur’ geopend: bidden, de corebusiness van een dominee, ten aanhoren van zo’n slordige achthonderdduizend mensen van allerlei slag die daar niet op zitten te wachten – hoe verbazingwekkend en verrassend wil je het krijgen? Na afloop appte Wietze enthousiast over veel positieve feedback en voegde toe: zo kan ieder op zijn plek een visser van mensen zijn! Daarmee refereerde hij aan de tekst waarover ik die zondagochtend had gepreekt bij de bevestiging van zijn broer tot missionair ouderling. Blijkbaar had de Geest hem creatief te denken gegeven en op dit ongehoorde idee gebracht.
Als het bij die ene keer gebleven was, was er al genoeg reden geweest om met Paulus blij te worden. Daar bleef het echter niet bij. De zondag erna kreeg dit Paasgebeuren een vervolg en ging de deur nog verder open. Opnieuw verscheen er een app: of ik voorlopig elke maandagochtend om kwart voor zeven wil beginnen met een gebed, met de veelbetekenende opmerking erbij, dat niet hij, maar Mattie dit geopperd had. Die vond het te mooi om het bij die ene keer te laten, ondanks het feit dat meerdere luisteraars gepeperde kritiek hadden geuit op deze actie. Je moet maar durven. Lef om controversieel te zijn kan de Opgestane blijkbaar ook goed gebruiken om de deur een extra duwtje te geven.
Intussen ben ik al weken lang op maandag vroeg uit de veren om tussen de songs door kort en krachtig te bidden voor zaken die ons allen raken. Wat mij betreft gaat het op zijn minst door tot Pinksteren. Het lijkt alsof Paulus toentertijd dat tijdstip bewust uitgekozen had en heeft gehoopt op een doorbraak van de Pinkstergeest. Hoe dat ook zij, ik geloof dat die via deze geopende deur zomaar her en der kan binnenwaaien…
Paul Visser