In de nachtmerrie
van het hier en nu,
dringen dromen
zich op
Onstuitbaar
blijven ze komen
Dromen
aan wat was
en hopelijk eens wordt
Maar alle gedroomde dromen
blijken louter bedrog te zijn
Wreed verscheurd
door harde feiten
wrede daden
bitterheid
en pijn
Tegen het zichtbare in
is God ook blijven dromen
van wat Hem voor ogen stond
en van een nieuw begin
Het is ervan gekomen
Gods droom werd vlees en bloed
in een geboren Kind,
die Ene van Gods dromen
in wie ik mij hervind
Als mens
verzoend en wel
temidden van misère
droom ik van andere tijden:
bevrijden
zal Hij mij
En met mij
heel de aarde
engelen zingen het luid
Ik kan gerust gaan slapen
en wrijf mijn ogen uit…
(Paul Visser, kerst 2014)