‘Ik snap eigenlijk niet dat ik hier zit’, zei ze toen ze tegenover me zat. We hadden elkaar die zondag na afloop van de kerkdienst even gesproken. Ik had haar nooit eerder gezien. Toen ik vroeg wat haar gedreven had te komen antwoordde ze: ‘Dat is een ingewikkeld verhaal.’ Maar ze vond het prima een keer af te spreken. Ik heb haar diezelfde zondag nog even gebeld en op woensdagavond zat ze tegenover me. Ze bleek afkomstig uit reformatorische hoek. Was rond haar 18de bewust met het geloof bezig. Ervoer een relatie met God. Maar in haar ‘kringen’ was het nogal gewaagd om dat te ventileren. Toen ze het deed, werd ze argwanend aangekeken. In plaats dat haar geloof werd gevoed, werd het langzaam maar zeker afgeknepen. Ze had het losgelaten en eenmaal in Amsterdam was ze losgegaan. Die zondagochtend had ze gewoon behoefte gehad toch weer een keer naar de kerk te gaan. ‘Ik snap het zelf ook niet. En al helemaal niet dat ik nu met een dominee zit te praten. Dat was niet de bedoeling.’ Ik vroeg: ‘Vind je het vervelend dat ik je uitgenodigd heb?’ Het tegendeel bleek het geval. Maar ze bleef het raar vinden. ‘Misschien wil God wel iets meer met je….’, probeerde ik. ‘Zou kunnen…’, antwoordde ze. Ze vond het goed om er over een paar weken nog eens af te spreken en verder te praten.