Dit is de laatste week waarin we kijken naar zelfbeheersing als vrucht van de Geest. De afgelopen weken hebben we ontdekt dat we zelfbeheersing nodig hebben om de vrucht van de Geest te laten groeien, om je tong in bedwang te houden, en om je emoties niet de baas over je te laten zijn (maar sterke emoties hebben is prima).
Met zelfbeheersing moet je misschien ook aan seksualiteit denken. In 1 Korinthe 7:1-9 schrijft Paulus daarover. Wat vindt Paulus goed? (vers 1)
Hij begrijpt alleen wel dat dat voor de meeste mensen te veel gevraagd is, daarom zegt hij in vers 2:
Wat hoopt hij daarmee te voorkomen? (Vers 2)
In de tijd van Paulus waren er mensen die dachten dat mensen beter geen seks konden hebben, ook getrouwde mensen, omdat je beter kon vasten en bidden. Wat zegt Paulus daarover? (Vers 3-9)
Het is dus niet zo dat je altijd maar seks moet hebben als je partner daar zin in heeft (en jij niet); het gaat erom dat seksualiteit niet verkeerd is en een geschenk aan de partner.
We zijn nu aan het einde gekomen van de Bijbelstudies over de vrucht van de Geest. Wat zijn nu de negen onderdelen van de vrucht van de Geest?
Kun je van elk onderdeel zeggen wat het voor je betekend heeft?
Had je dit verwacht van te voren?
Is er een onderdeel waar je de komende tijd aan wilt blijven werken?
Waarom (niet)?
Heeft je omgeving kunnen merken dat je hiermee bezig bent geweest het afgelopen jaar?
Hoe wel/hoe niet?
Leer deze week deze Bijbeltekst uit je hoofd: Galaten 5:22 en 23:
Bid elke dag: Jezus, Uw ………………………, Uw ……………………….., Uw ……………,
Uw ………………………….., Uw …………………………………., Uw ………………………..,
Uw …………………………….., Uw …………………………….., Uw …………………………..
in mij.
Heel veel zegen!
